Toeristenbelasting en WOZ; nog steeds valt er veel geld te verdienen voor belastingplichtigen

De meeste lezers van deze rubriek kennen mij als vertegenwoordiger van Rein Advocaten & Adviseurs te Assen. Inmiddels heb ik deze organisatie per 1 januari 2020 verlaten en een volledig eigen bedrijf opgericht die zich niet alleen richt op overdrachten en overnames van ondernemingen, al dan niet binnen de familiesfeer, maar ook op de door de gemeentes opgelegde aanslagen, zoals de WOZ, de forensen- en de toeristenbelasting. De dagelijkse praktijk leert dat daar voor belastingplichtigen nog steeds veel geld in te verdienen valt. De afgelopen week werd ik benaderd door een ondernemer uit het midden van het land. De betreffende gemeente had even aangekondigd dat de voor de toeristenbelasting verschuldigde bedragen even werden verhoogd van € 0,50 per persoon naar € 1,= per persoon. Of ik daarvoor maar ten strijde wilde trekken tegen de gemeente. Bij een beoordeling van de opgelegde aanslagen viel het mij op dat de gemeente al jaren aanslagen oplegde op basis van het daadwerkelijke aantal overnachtingen in plaats van de ingevolge de verordening van toepassing zijnde forfaitaire regeling van toepassing te verklaren. Alleen op die grond al had de betreffende ondernemer tienduizenden euro’s teveel aan belastingheffing voldaan. De op het park aanwezige recreatiewoningen werden in afwijking van de sedert 16 sept 2016 geldende jurisprudentie nog steeds als niet-woningen aangemerkt in plaats van als woning. Daarmee waren ook die aanslagen evident onjuist. Aanslagen voor de Ozb werden daarmee gehalveerd en de aanslagen voor het feitelijk gebruik verdwenen volledig. De nieuwe uitdaging is de in het verleden teveel betaalde belastingen via de verzoeken tot het ambtshalve verminderen van de aanslagen gehonoreerd te krijgen. Ook een andere gemeente bleek niet geheel op de hoogte te zijn van de fiscale wet- en regelgeving, om het maar eens eufemistisch uit te drukken. Zowel de WOZ, als de toeristen- en forensenbelasting zijn aanslagbelastingen. Dit betekent dat als de gemeente een aanslag over een jaar heeft opgelegd de belastingplichtige er daarmee in principe op moet kunnen vertrouwen dat het betreffende jaar volledig is afgewerkt. Als de gemeente bij het opleggen van de aanslag een fout heeft gemaakt kan dit niet worden hersteld door een tweede en zelfs een derde aanslag op te leggen. Maar dan dient een navorderingsaanslag te worden opgelegd. De fiscale fijnproever weet dan dat de wetgever heeft bedacht dat aan het opleggen van navorderingsaanslagen strikte voorwaarden zijn verbonden. Daarvoor zal sprake moeten zijn van een zogenaamd Nieuw Feit. Een nieuw feit is een feit dat de heffingsambtenaar bij het opleggen van de aanslag niet wist en bij een redelijk onderzoek ook niet behoefde te weten. In de onderhavige situatie was daar totaal geen sprake van en dus dienden de aanslagen tot nihil te worden verminderd. Het scheelde de betreffende belastingplichtige toch weer meer dan € 100.000,= waarlijk geen kattenpis.

De laatste columns en recente zaken

Contact

  • De Willigen + partners BV
  • Koeweg 2, 9409 TP Loon
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Hans de Willigen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fenny de Willigen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Copyright© 2021 De Willigen + partners BV. Realisatie: Internetbureau Praes