Het jaar 2020 zullen we met z’n allen niet snel vergeten. Het jaar was nog maar nauwelijks van start gegaan of we werden geconfronteerd met het uitbreken van de Corona-pandemie. Velen werden ziek of erger nog: er is een groot aantal overlijdensgevallen te betreuren.
Geconfronteerd met deze situatie heeft ons kabinet in maart besloten tot een intelligente lockdown. Vooralsnog verschillen de meningen of dit een verstandig besluit is geweest of niet, of dat het misschien toch anders had gemoeten. Eén ding is in ieder geval volstrekt helder: de economie wordt hard getroffen. Bij menig ondernemer staat, alle getroffen maatregelen ten spijt, het water tot aan de lippen. Ik ben dan weer blij een aantal van die ondernemers in deze crisissituatie te hebben kunnen helpen met het realiseren van forse besparingen en het treffen van een aantal creatieve oplossingen, zodat men uiteindelijk toch weer verder kan.
Onder deze omstandigheden behoeft het natuurlijk geen enkel betoog dat de ondernemers die alle zeilen bijzetten om deze crisis te overleven al helemaal geen behoefte hebben aan boetes. Uit mijn praktijk weet ik dat sommige ondernemers boetes opgelegd hebben gekregen en het gaat daarbij om niet kinderachtige bedragen. De vraag is echter of die boetes bij een rechter stand houden. In alle eerlijkheid heb ik daar persoonlijk zo mijn twijfels bij. Omdat onze wetgeving niet voorziet in een situatie van een dergelijke pandemie gaf ons kabinet de voorzitters van de Veiligheidsregio’s de opdracht noodverordeningen op te stellen. Bij het opstellen van die noodverordeningen werd ons parlement keurig omzeild. Omdat het hier niet zelden gaat om het inperken van onze grondrechten is de uitdrukkelijke vraag of dat niet bij officiële wetten derhalve goedgekeurd door de Tweede en de Eerste kamer had gemoeten. Bovendien wreekt zich dat de vastgestelde regels niet uitblinken in duidelijkheid en ook nog voortdurend worden aangepast. Laat staan dat sprake is van gelijke behandeling van gelijke gevallen. Meerdere hoogleraren hebben dan ook al kritiek geuit vanwege het juridische gestuntel. Als mijn cliënten worden beboet voor vermeende overtredingen van de Corona-wetgeving zal ik er dan ook zeker voor zorgen dat tijdig bezwaar wordt aangetekend tegen de opgelegde boetes en dat getoetst gaat worden of de regelgeving waarop de boete gebaseerd is überhaupt wel stand houdt. Het scheelt tenslotte een forse slok op een borrel in deze crisissituaties als de boete niet betaald behoeft te worden.